Current Size: 100%
Meer dan twintig jaar heeft men er over gedaan om de vrijwilligers die dagdagelijks in onze samenleving actief zijn, een zogenaamd statuut te geven.
Het ganse verhaal is eigenlijk gegroeid vanuit het feit dat vrijwilligers die zich belangloos en quasi op een permanente basis ter beschikking stellen van organisaties in de welzijnssector, zoals bejaardeninstellingen, ziekenhuizen, diensten voor palliatieve zorgen, kinderziekenhuizen, of centra voor natuurbehoud, e.d. op generlei vlak enige bescherming genoten. Deze vrijwilligers presteerden arbeid net zoals gewone werknemers, weliswaar onbezoldigd, maar konden daarentegen niet terugvallen op de bescherming uit het arbeidsrecht.
Op zich is het initiatief dat men genomen heeft dus een goede zaak en geniet elke vrijwilliger via deze wetgeving van een aantal beschermende maatregelen. Bovendien wordt er wat meer duidelijkheid geschapen omtrent het statuut van de vrijwilliger. Dit wil echter niet zeggen dat deze wet alle regels voor vrijwilligers en organisaties omvat en een antwoord biedt op alle mogelijke problemen of situaties.
Deze wet schept enkel meer duidelijkheid voor de specifieke situaties waar vrijwilligers vaak mee te maken hebben, maar heft daarom geen andere bestaande wetten op. Een vrijwilliger blijft als individu verantwoordelijk voor zijn eigen daden.
Ondanks deze wet is het aangeraden dat vrijwilligers zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en van de mogelijke risico's die zij en anderen lopen tijdens activiteiten. Met andere woorden: deze wet regelt veel, maar vervangt zeker niet de wijsheid die menselijkerwijs van een vrijwilliger mag verwacht worden!
Samengevat zou je dus kunnen stellen dat het een positief initiatief is in het voordeel van vrijwilligerswerk, doch de keerzijde van de medaille is evenwel het feit dat de organisaties die met vrijwilligers werken een aantal bijkomende administratieve verplichtingen opgelegd krijgen. En daar ligt precies het gevaar: grote en goed gestructureerde organisaties die met vrijwilligers werken, kunnen de wettelijke verplichtingen die hen worden opgelegd meestal probleemloos opvolgen, omdat zij over de nodige administratieve ondersteuning beschikken, hetgeen helaas niet altijd het geval is bij de kleinere verenigingen.
FEN Vlaanderen heeft het dan ook als een plicht gezien om deze wetgeving grondig te bestuderen en om vervolgens een documentatie samen te stellen ten behoeve van haar leden, waarin de verplichtingen op een bondige, eenvoudige en voor iedereen begrijpelijke wijze worden samengevat.
De federatie hoopt op die wijze haar steentje te hebben bijgedragen bij het verspreiden van de juiste informatie aan haar aangesloten carnavalsverenigingen (organisaties) en hun medewerkers (vrijwilligers). Het is aan de verenigingen om er voor te zorgen dat zij zelf de nodige initiatieven nemen om zowel zichzelf als hun medewerkers in regel te stellen op grond van deze wettelijke verplichtingen.
Klik onderaan op de groene titels om de inhoud te raadplegen.